Ornamenten in de 18e eeuw

Op zoek naar de bronnen van de ornamenten van Rosart, waaruit hij voorbeelden haalde en inspiratie putte, kwam ik terecht bij de 18e eeuwse Franse lettersnijders Simon-Pierre Fournier en bij Louis René Luce. En bij een aantal zestiende eeuwse ornamenten, zoals die van Granjon.

Ornamenten in de 18e eeuw in Frankrijk

De ornamenten van Rosart zijn voor een groot deel geïnspireerd, misschien wel nagebootst van ontwerpen uit Frankrijk. De bekendste lettersnijder in de achttiende eeuw in Frankrijk was Pierre-Simon Fournier le jeune, hij maakte een groot aantal ornamenten, die tot grote en kleine composities en kaderranden konden worden samengevoegd.

De ideeën en instituten tijdens de Verlichting in Frankrijk speelden een grote rol in de ontwikkeling van de typografie. Het vervaardigen van drukletters en het drukken werd bestudeerd en nauwkeurig beschreven door Fournier in de Encyclopédie ou dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers van Diderot en d’Alembert, 1751-1772.

Louis René Luce

De eerste die ornamenten op deze wijze maakte, was Louis René Luce. Van oorsprong graveur in koperplaten, ontwikkelde hij de eerste ornamenten die in het letterzetsel geplaatst konden worden, en zo meegedrukt werden met de tekst. De totdantoe gebruikte gravures hadden een aparte drukgang nodig.
Bij de Imprimérie Royale werd de Romain de Roi ontwikkeld, een letter die met wiskundige constructies werd ontworpen. Louis Luce was in Frankrijk in dienst van de Imprimérie Royale. Van 1740 tot 1770 maakte hij niet alleen vernieuwende romeinen en cursieven, hij vervaardigde ook gegoten ornamenten.

Hij was een ervaren graveur en bedacht hoe de complexe gegraveerde ornamenten in delen konden worden vervaardigd. Deze ornamenten konden gesneden en gegoten worden op dezelfde wijze als letters, waardoor de drukker ze in het zetsel van een pagina kon opnemen. Gravures in koper en hout moesten altijd in een aparte drukgang worden toegevoegd.
De nieuwe ornamenten konden gezet worden als kaders, randen en composities. Het leverde mooier drukwerk op, omdat de ornamenten gelijk van kleur en gewicht waren als de letters. Voor de drukker was het voordeel dat de tekst en de versiering tegelijk gedrukt kon worden, wat kosten bespaarde.

Simon-Pierre Fournier (le jeune)

De ornamenten van Rosart zijn voor een groot deel geïnspireerd op die van Pierre-Simon Fournier. Deze veelzijdige man sneed letters en ornamenten, en stelde een maatstelsel op voor lettergroottes; hij had veel invloed op letterontwerpers. Rosart sneed ook cursieven en script-letters in dezelfde nieuwe stijl als Fournier.

Fournier baseerde zijn ornamenten op die van Louis Luce, die in dienst was van de franse Imprimérie Royale en in 1740 zijn zeer origineel ontworpen ornamenten had gepubliceerd.

In 1742 verschenen van Fournier le jeune de eerste letterproef: Modèles des carctères de ‘Imprimérie, et des autres choses nécessaires audit Art. Nouvellement gravés Par Simon-Pierre Fournier le jeune, Graveur & Fondeur de Caractéres.

Fournier le jeune werd in 1712 in Parijs geboren in een familie van drukkers. Hij leerde letters snijden in het bedrijf van zijn oudste broer, die de firma Le Blé had overgenomen, zo beschikte hij over de fraaie franse letters van Garamont en Granjon. Pierre Simon sneed behalve cursieven ook ornamenten, vignettes de fonte genoemd. Hij is ook bekend geworden met het door hem opgezette puntensysteem voor lettergroottes.


Ook in 1742 bracht hij een letterproef op pocket-formaat uit:
Caractéres de l’imprimerie, Nouvellement Gravés. Par S.P. Fournier le jeune, Graveur & Fondeur de Caractéres. Door dit kleine formaat was een ruime verspreiding mogelijk, zo beschikte de firma Enschedé ook over een exemplaar.

De Manuel Typographique van verscheen in 1764-1766 in twee delen. In het eerste deel behandelt hij de geschiedenis van het drukken en van drukletters, het snijden van letters en het maken van matrijzen, en zijn nieuw ontworpen punten- systeem.

Het tweede deel van de Manuel is een letterproef waarin heel veel ornamenten zijn afgebeeld in allerlei formaten, genummerd van 1 tot 377. De pagina’s zijn ook voorzien van kaders opgebouwd uit zijn ornamenten. Ook getoond worden divers accolades, samengestelde lijnen, wiskunde symbolen, dierenriem- en almanak-tekens (wat we tegenwoordig dingbats noemen).

De ornamenten hierin waren zeer ingenieus en fraai gemaakt, de titelpagina is van een rijk gedecoreerd kader voorzien. Dit is een fraai voorbeeld van de mogelijkheden die de losse ornamenten bieden.

Deze ontwerpen van ornamenten en van zijn letters kregen in veel landen navolging.

Fournier publiceerde over de geschiedenis en de techniek van lettergieten; hij beschreef ook hoe de typografische ornamenten, accolades etc. moesten worden gesneden en gegoten.