Relatie Rosart en Joh. Enschedé

Rosart had met Joh. Enschede een moeizame relatie. Rosart was met zijn komst in 1740 de eerste lettersnijder en lettergieter sinds heel lang in Haarlem. Joh. Enschedé had er al 40 jaar een drukkerij. Dus hoewel Rosart al self-made ambachtsman (maar wel geschoold in graveren) nog geen hoge kwaliteit in zijn werk kon leveren, nam Enschedé veel van hem af.

De situatie veranderde toen Joh. Enschedé in 1743 de Amsterdamse firma Wetstein overnam; de lettergieterij verhuisde naar Haarlem en de Duitse lettersnijder Johann Michael Fleischman ging voortaan voor Enschedé werken. Fleischman was goed opgeleid tot lettersnijder en leverde hoge kwaliteit.
Joh. Enschedé gaf steeds meer de voorkeur aan Fleischman, met name voor het snijden van tekstletters. Op Rosart’s werk hadden ze steeds meer kritiek.
In 1746 moest Rosart zelfs zijn huis verkopen.

Soms leek Rosart een kans te hebben letters aan Enschedé te verkopen, maar hierbij een voorbeeld van een situatie waarbij Fleischman de opdrachten kreeg.
Rosart sneed een nieuwe letter, een schrijfletter: Caractere de Finance. Enschede kocht deze van hem. Toen ze ook andere lettergroottes nodig hadden, lieten ze die door Fleischman snijden. Te zien is aan deze afbeeldingen dat de letter van Rosart toch zeker erg fraai was.

Rosart, Caractere de Finance, Dubbele Mediaan Geschreven van 1753.
Fleischman, Dubbele Descendiaan Geschreven Schrift van 1756.

Overeenkomst tussen Rosart & Enschedé
25 augustus 1745

Ik ondergeschrevene bekenne ontfangen te hebben van Jzaak & Joh: Enschede de somma van agtenveertig guldens en agt stuyvers voor tweeentwintig stempels differente bloemen, gemaakt volgens de gegeevene modellen en hebbe daarby gelevert van yder stempel 2 afslagen ongejusteert en betuyge en verklaare met deeze dat daarvan geene andere afslagen gemaakt zyn, nochte eenige daarvan onder mij of iemand anders zullen berusten of mogen berusten; noch bekenne door deeze ontfangen te hebben van Jzaac & Joh: Enschede de somma van vyftien guldens en vyftien stuyvers voor twee sluytbloemen op dubbele mediaan met haare stempels en 2 afslagen, waarvan mede geene andere zijn gemaakt ofte mogen weezen, alles het bovengenoemde gelevert volgens de bovenstaande eysch en conditie, gelyk een eerlyk man is gehouden te doen ‘t welk hier mede met myn ondergetekende hand bekragtige in kennisse der waarheid Actum in Haarlem den 25 Augusti 1745

zegge f 48- 8- :
noch f 15- 15- :
Total f 64- 3- :

[handtekening van J.F. Rosart]

Overeenkomst Rosart & Enschedé
19 december 1754

Wij ondergeschrevene Jaques François Rosart en Johannes Enschede Iz. bekennen mits deezen met den anderen gecontracteerd te hebben, dat den eerstgemelde aan den tweeden zal leveren twee Afslagen van eene nieuw geînventeerde geschrevene schrift op Paragon of Assendonia Corpus, bestaande in éénhonderd en zestig stuks Matrijzen, waarvan op dato dezes reeds eene Afslag gejusteerd geleverd is, en de andere Afslag ongejusteerd nog geleverd moet worden, ter Somme van twee Guldens en tien stuijvers gereekend de twee Afslagen van ieder stempel, uijtmakende de Somme van Vierhonderd Guldens; welke Somme van f400,-,-, behalven de Dubbele Groote Capitaalen Letters, dewelke nog gelevert moeten worden, de eerstgemelde Contractant Rosart hiermede bekent in Betaaaling voorsz ontfangen te hebben; zig hierbij … verbindende aan niemand binnen de Zeventien Nederlandse Provincien Afslgen van gemelde Schrift en Stempel te verkoopen of te leveren, of dezelve wederom voor een ander te mogen snijden, onder wat voor Naam of Prétext het zoude mogen weezen; zullende van de gemelde Stempels geen ander Gebruijk mogen maken, dan voor zijne eigene Gieterij en daarop gieten binnen het …rritoir als bovengemeld; # verbindende zig de eerstgemelde contractant Rosart des contrarie doende, te zullen verbeuren eene Boete van Duijzend Guldens ten behoeve van de Gereformeerde Diaconij-Armen dezer stad. In teken der waarheid zijn hier van gemaakt twee al eensluijdende Instrumenten, die door hen beijden respectivelijk zijn ondertekend. Actum binnen Haarlem, den 19 december 1754.
[Handtekeningen van J.F. Rosart en Joh: Enschede]

[In de linkerkantlijn geschreven:]

ofte indien deze eerstgemelde contractant … geheele gietery te verkopen en te abandonneren, zal dien koper gehouden zijn zig aan dit contract te gedragen.
[Handtekeningen van J.F. Rosart en Joh: Enschede]

A Messieurs les Amateurs de l’art de l’imprimerie.
Ma Fonderie nouvellement établi à Bruxelles, avoir eu son premier établissement en Hollande dans la Ville d’Haerlem en 1740, le premier Mai trois ans avant celle des Srs. Isaac & Jean Enschedé, dont les progrès & la perfection rapides semblèrent étouffer leur aînée. Cependant une partie de la réputation qu’ils ont acquise m’appartient en propre, & je puis la revendiquer: c’est moi qui ai gravé une grande partie de leurs Fonderies, comme les amateurs pourront s’en convaincre facilement à l’inspection de mes Epreuves, où ils trouveront plusieurs Caracters & Fleurons, qui sont les mêmes que dans celles du Sr. Enschedé, & plusieurs autres Fondeurs de Hollande, il en a beaucoup d’autres qu’il a achetées avec le droit de Poinçons, comme les Capitales
de deux-points ombrées & italiques qui ont été mon dernier ouvrage pour eux avec quelque Fleurons d’un nouveau gout. Votre très-humble & très-obéissans Serviteur. (…) J.F. Rosart.

Voorwoord van Rosart in zijn letterproef 1761, Brussel

Letterproef 1761, de eerste van Rosart in Brussel. In dit voorwoord uit hij zijn ongenoegen met de weinige eer die Joh. Enschedé hem deed toekomen voor zijn gesneden letters.